|
|
|
|
|
|
|
|
1958 stapte de zoon van de oprichter, scheepsbouwingenieur Ernst-Eugen Boost in het bedrijf. Zijn accent werd de uitbouw van de exportactiviteiten van het bedrijf. Tot in het midden van de jaren tachtig konden schepen naar17 landen worden geexporteerd. Ernst-Eugen Boost hechte veel waarde aan de – tot heden ten dagen bestaande – excelente samenwerking met de openbare diensten voor waterstaat en naar de bondsambt voor weertechniek. Nadat in het begin van de jaren negentig de „ijzeren gordijn“ naar Oost-Europa wegviel, had dit vanwege het grote verschill in loonkosten tussen oost en west ernstige consequenties. De werf moest binnen korteste tijd inspelen op een inelkaarstortende markt. Met een gereduceerd werkteam concentreerde zich het bedrijf opnieuw op herstel, hermotorisering en verlenging van vaartuigen aller aard. De eigen construktieafdeling kon overeind gehouden worden, zodat nog altijd schepen „geconstrueerd in Trier“ gebouwd kunnen worden. |
|
| | | | |